Deelname aan een expertsessie kost 30 euro. Deelnemen aan alle expertsessies (live en online) kan voor 90 euro!
15% korting voor VUB-PE partners en VVKP-leden. Betalings- en annulatievoorwaarden vind je hier.
INSCHRIJVEN VOOR ALLE EXPERTSESSIES
ONLINE - Donderdagen van 12u30 tot 13u30
The Minority Stress Model proposes that structural oppression experienced due to a certain minority identity leads to higher rates of psychopathology, especially for adolescents and young adults. This also holds true for gender-diverse persons, that is, persons who experience their gender beyond the norms or stereotypes of the sex they were assigned at birth. Notably, the rates of death by suicide among transgender youth are substantially elevated compared to the general population. Traditionally, psychology and psychiatry pathologized diverse genders, however, contemporarily, the consensus in the mental health field is, that variation in gender identity is healthy and normal. Despite this progress, stigma and discrimination still play a vital role in chronic psychological distress in gender-diverse people. Gender-affirmative interventions that target the predictors of stress and improve resilience have the potential to improve mental health in gender-diverse persons despite experiencing discrimination and stigma. This talk will give an overview of the construction of gender, intersectionality, and gender affirmative interventions within the context of clinical psychology as well as introduce the current research project POWER.
Laura Maria Lingenti is a PhD student at VUB under the supervision of Prof. Imke Baetens and Prof. Kris Baetens. They earned their bachelor’s degree in psychology and completed their master’s degree in cognitive and clinical neuroscience, specializing in psychopathology, at Maastricht University. Following their studies, they gained experience working for a WLINA*-organisation providing an assisted living initiative for (multi-)marginalised girls, transgender and non-binary adolescents in Berlin. In 2023 they won the Brussels Innoviris Applied PhD grant for their proposal on designing and testing a resilience-building intervention for gender-diverse persons in Brussels.
Onze samenleving wordt steeds diverser, en dit brengt nieuwe uitdagingen met zich mee voor hulpverleners in de zorg en ondersteuning. Hoe zorg je ervoor dat je écht aansluit bij de leefwereld van cliënten met een migratieachtergrond en/of een beperking? Cultuursensitief werken is daarbij essentieel: het verhoogt de kwaliteit van de hulpverlening en bevordert wederzijds begrip. Tijdens deze workshop gaan we in op de basisprincipes en concrete methodieken van cultuursensitief werken. Er wordt aandacht besteed aan hoe culturele factoren de beleving van een ontwikkelingsstoornis of beperking kunnen beïnvloeden. Daarnaast bekijken we hoe we in diagnostisch onderzoek een zo betrouwbaar mogelijk beeld kunnen krijgen, met oog voor culturele invloeden. Ook het werken met professionele tolken komt aan bod. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en casuïstiek gaan we samen in gesprek. Er is ruimte voor interactie, vragen en reflectie.
Thomas Art is klinisch psycholoog en werkt bij DOP-VBB vzw als projectmedewerker bij CuSeHa (Cultuursensitieve diagnostiek voor personen met een handicap). Binnen dit project richt hij zich op het integreren van cultuursensitieve principes in psychodiagnostiek voor mensen met een beperking. Hij houdt ervan om te werken met mensen met een beperking en zoekt daarbij steeds naar manieren om de persoon te versterken, om hulpverlening toegankelijk en respectvo te maken voor iedereen, ongeacht culturele achtergrond. Een belangrijk deel van zijn werk bestaat uit het ‘vertalen’ van bestaande Vlaamse methodieken en diagnostisch materiaal naar cultuursensitief bruikbaar materiaal. In zijn aanpak staat het verbinden van theorie en praktijk centraal, met aandacht en respect voor de leefwereld van cliënten.
Research about the neurobiological mechanisms of traumatic stress is progressing rapidly. We have gained insights in the underpinnings of psychological mechanisms like avoidance and fear generalization, also allowing for a deeper understanding of processes involved in psychotherapy. This talk will look at recent findings and attempts to bridge insights from neurobiological research to developments in trauma therapy.
Univ. Prof. Dr. Paul Plener, MHBA is the chair of Child and Adolescent Psychiatry at the Medical University of Vienna and the head of the Dept. of Child and Adolescent Psychiatry at Vienna general hospital (AKH). His research focus is on NSSI, suicidality and trauma-related mental health problems.
Wereldwijd komen zelfdodingen het vaakst voor bij ouderen. In combinatie met de snelle vergrijzing van de bevolking vraagt dit om een dringende en gerichte aanpak. Een belangrijke voorspeller van zelfdoding op latere leeftijd is zelfbeschadiging. Hoewel dit thema vaak geassocieerd wordt met jongeren, blijkt uit recent onderzoek dat het ook voorkomt bij ouderen. Het blijkt zelfs vaker voor te komen dan doorgaans gedacht wordt. In Vlaanderen toonde het onderzoek van Dr. Van Hove aan dat bijna 1 op de 10 van de 790 bevraagde ouderen aangaf zich op 60-jarige leeftijd of ouder minstens één keer te hebben beschadigd. Tijdens deze expertsessie wordt dieper ingegaan op wat zelfbeschadiging op latere leeftijd precies inhoudt en wat we daarover weten bij Vlaamse ouderen. Aansluitend worden enkele praktische handvatten besproken voor het herkennen en begeleiden van ouderen die aan zelfbeschadiging doen.
Dr. Lisa Van Hove is klinisch psychologe en momenteel aan de slag als postdoctoraal onderzoeker binnen BRUCC aan de Vrije Universiteit Brussel, In 2025 behaalde ze haar doctoraat over zelfbeschadiging bij ouderen. Daarnaast werkt Lisa ook als onderzoeksassistent voor het International Consortium on Self-Injury in Educational Settings (ICSES).
In deze expertsessie deelt Aurore Roland recente inzichten over slapeloosheid. Over de invloed van technologie op onze slaap doen heel wat mythes de ronde. Ze legt uit hoe het echt zit, op basis van recente wetenschappelijke bevindingen. Daarnaast staat ze stil bij het onderscheid tussen objectieve en subjectieve slaapduur, een thema dat de afgelopen jaren veel aandacht heeft gekregen in onderzoek. Ze bespreekt waarom dit onderscheid ook klinisch relevant is. Ten slotte presenteert ze bevindingen uit haar doctoraatsonderzoek naar cognitieve gedragstherapie voor insomnie. Na afloop is er ruimte voor vragen.
Aurore Roland is klinisch psycholoog en slaapdeskundige (ESRS-gecertifieerd). Ze doet een doctoraat over slapeloosheid aan de VUB en behandelt mensen met slapeloosheid en nachtmerries. Daarnaast is ze auteur van het boek ‘Wat dromen ons (niet) vertellen’.